“Oma, Oma,” roept Maiki. “De echte vogels maken ruzie om hun eten!”
Oma zit in de serre en is druk bezig met de film van kerst bij Michiel. Ze heeft even geen tijd voor Maiki en de merels maken altijd ruzie. Dat doen merels nu eenmaal.
Maar Oma heeft vanmorgen wel wat ‘gemalen insecten’ op het terras neergelegd. Twee hoopjes en op de voedertafel ligt ook nog wat.
“Jaja,” gromt Trol, “die stomme merels weer. Maakt Oma twee hoopjes en dan is er één merel die de twee hoopjes verdedigd en dan heeft hij zelf geen tijd om te eten. O, pardon, mevrouw, ik zag niet zo gauw dat je geen gele snavel hebt en je bent geen hij, maar een zij. Maar een beetje dom is het wel!”
“Hihi,” lacht Lijsje, “ik moet er om lachen en ik vind het wel leuk als het zo druk is hier.”
Bosgeest is helemaal verbaasd. Hij heeft nog nooit zoiets gezien. Ja, toen hij nog moerbeiboom was kwamen er ook wel vogels om de moerbeien te eten, maar die werden weggejaagd. Maar hier worden juist de katten weggejaagd als ze de broodkorsten willen eten.
“Ga maar thuis eten”, roept Oma dan en timmert op de ruiten. Maar het is echt wel gezellig hier. “Hé, dag meesje, wat eet jij daar?”
“O, ik eet van alles wat: een beetje zaad en een hapje pinda’s en dan die heerlijke vetbollen, mmm”
O, daar komt de grote Vlaamse Gaai. Hij wil brood eten, maar dat is op. Maar wat ziet hij daar? Nog pinda’s op de voedertafel. Pik, pik en lachend vliegt hij ermee weg.
Er zitten nu ook weer pinda’s in het speciale huisje voor de eekhoorns. Als ze die willen eten, moeten ze eerst het dakje optillen en dan kunnen ze bij de pinda’s. Maar er is nog niet één slimme eekhoorn geweest. De vogels kunnen er niet bij.
Oma rust even uit van film maken en komt nu ook kijken.
“Wat was er nou Maiki?”
“De merels maken ruzie om hun eten!”
“Tja, zoals Trol al zei: dat doen die merels nu eenmaal, maar ik geloof dat ze tussen het ruziemaken door toch wel gegeten hebben, want alles is op. Waren jullie gisteren niet bang van al het vuurwerk geknal?”
“Nee, hoor,” zegt Pietje “en het was ook wel mooi met al die gekleurde sterren in de lucht. Is er vanavond weer vuurwerk?”
“Nee hoor,” lacht Oma, “dat is alleen met Nieuwjaar om 12 uur ’s nachts. Nu is het 2014.
Hé, Lijsje, wat ben jij groen. Dat hoort niet in de winter. Maar er zijn ook wel vogels in de war. Vanmorgen hoorde ik een specht met zijn snavel tegen een boom timmeren.”
“Jaja,” zegt Lijsje. “nu is het al januari en er is nog geen sneeuw en ijs geweest. Is het nu voorjaar? En ga jij mij weer schoonmaken?”
“Nee Lijsje, het is nog geen voorjaar en er kan nog best sneeuw en ijs komen en dan gaat het groen op jou vanzelf wel weg. Trol wordt ook al groenig.”
“Worden wij ook groen, Oma?” roepen Pietje en Maiki.
“Nee jullie niet. Jullie zijn van ijzer en Lijsje en Trol zijn van steen. Bosgeest is van hout en hij wordt ook niet groen. Moeilijk, hè?
Dat groen is een mini mini plantje en dat plantje denkt dat het voorjaar is en dan gaat het groeien en zo worden Lijsje en Trol groen. Als het gaat vriezen gaat het plantje dood. En nog veel andere plantjes. Maar zien jullie op de foto van Lijsje ook nog een blauw bloemetje? Dat is een Campanula en die denkt ook dat het al voorjaar is.
Nou jongens, we wachten het maar af of het winter wordt. Dan schrijf ik wel weer een verhaaltje.”
