• Dé ontmoetingsplek voor ouders, leerkrachten en andere professionals
  • Vergelijk basisscholen en kinderopvang
  • Lekkere en gezonde kinderrecepten
  • Leuke activiteiten en dagjes uit
  • Lees en leer met onze Opgroeiblog en kennisbank

​Van ouders hoor ik vaak dat hun hoogbegaafde kind amper vrienden heeft. Leerkrachten benoemen wel eens dat dit kind sociaal ‘niet lekker ligt’ in de groep. Vrienden maken lijkt dus lastig voor deze kinderen, terwijl hoogbegaafde kinderen net als andere kinderen behoefte hebben aan vriendschap. Leerkrachten zouden natuurlijk ook graag zien dat dit kind mee kan spelen op het plein en het doet ouders zeer dat andere kinderen uit de klas speelafspraakjes hebben en hun kind niet. Hoogbegaafde kinderen zelf beseffen heel goed dat ze er ‘niet bij horen’ en zeggen uiteindelijk vaak dat ze helemaal geen zin hebben om te spelen. Een overlevingsstrategie dus. In zekere zin hebben ze gelijk: hun spelen is vaak anders dan het spel van leeftijdsgenoten en na een dag aanpassen op school is het soms ook best lekker om even alleen te zijn.

Moederen en oudere vriendjes

Hoogbegaafde kinderen ontwikkelen zich anders dan andere kinderen. De sociale ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen loopt vaak voor, waardoor ze geen aansluiting vinden bij leeftijdsgenoten. Vaak zie je dat deze kinderen naar oudere kinderen trekken, of zelfs naar volwassenen. Meisjes kiezen er soms voor om te gaan ‘moederen’ over juist jongere kinderen.

Hoge verwachting van vriendschap

Hoogbegaafde kinderen hebben een andere (vaak hoge) verwachting van vriendschap. Dit houdt in dat een vriend een echte’ vriend moet zijn. Ze hebben er geen begrip voor als deze vriend eens iets onaardigs doet of zegt. Hier kunnen ze behoorlijk door van slag raken.

Hoe vaak gebeurt het niet dat vriendinnen een keer ruzie hebben, of tijdelijk wat minder met elkaar spelen, om daarna samen weer ergens plezier om te hebben en verder spelen alsof er niets gebeurd is? Bij hoogbegaafde kinderen is dit ondenkbaar!

Een (puber)meisje dat ik begeleid heb vertelde mij eens dat ze eigenlijk niet wist wie haar vriendinnen waren. De ene keer ging A. naast haar in de klas zitten, maar soms ging A. wel eens naast iemand anders zitten. Was het dan wel een echte vriendin of niet?

Van ouders hoorde ik laatst een verhaal over hoe het spelen van hun hoogbegaafde zoon, alweer, in ruzie was geëindigd. Kinderen hadden hun hoogbegaafde zoon gevraagd of hij wilde spelen. Hun zoon reageerde enthousiast en het spel met de Playmobil leek even goed te gaan, maar algauw ontstond er ruzie. Hun zoon ‘speelde de baas’ en wilde het hele spel naar zijn hand zetten. Hij wilde met de Playmobil een actueel probleem uit het nieuws naspelen, waar de andere kinderen niet veel van wisten. Doordat hij ook nog eens veel taalvaardiger is ervaarden de anderen dit als baas spelen en ontstond er ruzie.

Ontwikkelingsgelijke vriendschappen

Deze sociale problemen verdwijnen echter als sneeuw voor de zon als een hoogbegaafd kind een ontwikkelingsgelijke treft. Ontwikkelingsgelijken zijn belangrijk voor deze kinderen om vriendschappen te ontwikkelen. Iemand met begrip voor hun interesses, of misschien zelfs wel dezélfde interesses en iemand waarbij ze zich niet aan hoeven passen. Door om te gaan met ontwikkelingsgelijken, zullen deze kinderen uiteindelijk beter hun weg vinden in de omgang met andere kinderen.

Al eerder heb ik eens geschreven dat het voor hoogbegaafde kinderen, die haarfijn aanvoelen dat ze ‘anders’ zijn, verhelderend is om ze uit te leggen wat de oorzaak is van dat anders zijn. Zo kun je ze ook uitleggen dat ze anders tegen vriendschappen aankijken dan kinderen van dezelfde leeftijd. Leer deze kinderen dat je verschillende vormen van vriendschap hebt. Met het ene kind kun je lekker voetballen en met een ander kind kun je samen van alles ontdekken over het heelal. Zo help je als ouder, of als leerkracht, een hoogbegaafd kind zich zekerder en vertrouwd te voelen in de omgang met andere kinderen.