Het is de laatste zondag van de vakantie en mijn vijfjarige zoon heeft me gevraagd nog even bij hem te komen liggen. En dat doe ik graag! Want terugkijkend op zijn dag, vooruit kijkend naar de dag die voor hem ligt, word ik me zoveel meer bewust van wat hem bezig houdt… Soms zelfs zonder een woord te spreken. ‘Heb je zin om morgen weer naar school te gaan?’, vraag ik na een tijdje. ‘Nee,” zegt hij,’ Ik wil eigenlijk nog uitrusten van de vakantie.’ Mijn gedachten schieten naar zijn klas. De juf waar hij zo gek op is, de vriendjes met wie hij regelmatig afspreekt, de kring, het rekenen en schrijven waar hij zo enthousiast van wordt. Ik had verwacht dat hij ernaar uitkeek, maar hij ziet er dus tegenop? Vindt hij het zó vermoeiend? Hij is wel erg vaak moe inderdaad. Heeft hij eigenlijk wel voldoende kunnen uitrusten in de vakantie? Zit hij wel op de goede school? De twijfels vliegen door mijn hoofd, tot ik me ineens realiseer: ‘Ik doe het weer’. Ik wil hem weer behoeden voor gevoelens die in míjn ogen onwenselijk zijn. Ik voel me verantwoordelijk voor hoe hij zich voelt en wil meteen een oplossing. Ik ben (in gedachten) weer aan het zorgen voor hem, in plaats te zijn met hem…
Ouders in deze tijd zijn daar een kei in: zorgen voor hun kind. Al voor we zwanger worden zorgen we voor onze toekomstige kinderen: eerst een huis met voldoende kamers, eerst die promotie, eerst voldoende inkomen, dan pas een kind. Al tijdens de zwangerschap regelen we de beste opvang voor ons nog ongeboren kindje. We zoeken de handigste kinderwagen, bouwen de mooiste kinderkamer, kiezen het beste luier-, flesjes- , en babykleertjes-merk. Wie wil er níet het beste voor zijn kind? Het liefst willen we dat onze kinderen niks tekort komen, nooit boos of verdrietig zijn, geen pijn hebben en nooit gevaar lopen. En: dat wij als ouders geen fouten maken. Toch?Wat kinderen nodig hebben is: jou
Maar kinderen leren met vallen en opstaan. Ze verwerken ervaringen door verdrietig te zijn, leren met teleurstelling omgaan als ze getroost worden en kunnen pas zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en zelfvertrouwen ontwikkelen als ze de kans krijgen gevaren te trotseren, uitdagingen te overwinnen en fouten te maken. Wat ze nodig hebben is niet dat dure kledingmerk, die grote kinderkamer, of een juf die zich aanpast aan hun behoeften. Wat ze nodig hebben is: jou. Jouw aanwezigheid, jouw vertrouwen, jouw geruststelling en zo nu en dan jouw onverdeelde aandacht.
Als kind heb je iemand nodig die je kent en in je gelooft. Die gelooft dat jij met al jouw prachtige, unieke, handige en onhandige eigenschappen, emoties en karaktertrekken, écht wel je weg gaat vinden in deze wereld. Iemand die jou ruimte geeft om te groeien, om fouten te maken, te vallen en weer op te staan. Die je troost als je geconfronteerd wordt met nieuwe gevoelens, erkenning geeft voor dat nare gevoel… naar je luistert, met je meedenkt. Iemand die vraagt wat je zelf al bedacht hebt om je probleem op te lossen, doorvraagt hoe je dat gaat aanpakken en de volgende dag informeert hoe het is gegaan. Die samen met jou trots is op je succeservaringen, en je helpt aanvaarden dat sommige dingen gewoon niet lukken.
Mijn zoon is inmiddels heerlijk in slaap gevallen en ik realiseer me weer hoe waardevol ik deze momenten vind. Enkel door mijn aandacht even onverdeeld aan mijn zoon te schenken, groeit mijn verwondering over hem, mijn vertrouwen in hem, mijn liefde voor en nieuwsgierigheid naar hem. Mijn goede voornemen? Meer van deze momenten… Meer onverdeelde aandacht voor mijn kinderen. En… minder aandacht voor mijn telefoon.